« Art. 3. § 1. Si un lotissement de moins de cinq lots destiné à la construction d'habitations, est régi par une norme en matière d'offre de logements sociaux, telle que visée au livre 4, titre 1, chapitre 2, section 2, du décret relatif à la politique foncière et immobilière, par laquelle une charge sociale d'une unité est liée de droit au permis de lotir, l'organe administratif délivrant l'autorisation joint à la délivrance du permis de lotir une déclaration mentionnant que le lotisseur obtient une demi-unité de crédit après la réalisation entière de la charge sociale.
« Art. 3. § 1. Als een verkaveling van minder dan vijf loten bestemd voor woningbouw onderworpen is aan een norm sociaal woonaanbod als vermeld in boek 4, titel 1, hoofdstuk 2, afdeling 2, van het decreet grond- en pandenbeleid, waardoor aan de verkavelingsvergunning van rechtswege een sociale last van een eenheid verbonden is, voegt het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de afgifte van de verkavelingsvergunning een verklaring waarin vermeld wordt dat de verkavelaar na de volledige uitvoering van de sociale last een halve kredieteenheid verkrijgt.