18. estime que la gouvernance économique de l'UE doit répondre de façon approfondie aux déséquilibres de la balance courante dans les États de l'UE-27, certains pays de
l'Europe du Sud et orientale connaissant de forts déficits dans ce domaine alors que d'autres, comme l'Allemagne, l'Autric
he et les Pays-Bas, affichent un excédent; fait remarquer que les pays en excédent doivent réorienter leur développement économique afin de renforcer la demande intérieure et leur économie nationale; propose la création d'un mécanisme de compensat
...[+++]ion au niveau de l'UE-27 qui obligerait les pays en excédent à verser des taux d'intérêt positifs aux États en déficit, permettant à ces derniers d'investir dans la modernisation de la production, des services et des infrastructures, d'accroître la productivité et de faire baisser les déficits de la balance courante; 18. is van oordeel dat de verschillen tussen de lopende rekeningen in EU-27 - landen met grote tekorten op de lopende rekeningen in Zuid- en Oost-Europa enerzijds
en landen zoals Duitsland, Oostenrijk en Nederland met grote overschotten op de lopende rekeningen anderzijds - via economisch bestuur op EU-niveau moeten worden aangepakt; geeft aan dat de overschotlanden hun economische ontwikkeling moeten verschuiven in de richting van versterking van de binnenlandse vraag en economie; stelt de oprichting voor van een clearingmechanisme in EU-27 waarbij de overschotlanden verplicht worden de tekortlanden positieve rentetarieven te betalen,
...[+++] zodat deze kunnen investeren in de modernisering van de productie, diensten en infrastructuur, de productiviteit kunnen vergroten en de tekorten op de lopende rekeningen kunnen verlagen;