« L'article 56bis, § 1, des lois coordonnées relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il a pour effet qu'un orphelin est traité différemment selon qu'au moment du décès de l'un de ses parents, l'attributaire est le père ou la mère d'une part, ou une tierce personne d'autre part, puisque cet article ne prévoit, pour l'obtention des allocations majorées d'orphelin, qu'une condition précise qui doit être remplie dans le chef du père ou de la mère uniquement, une tierce personne étant d'office exclue ?"
« Schendt artikel 56bis, § 1, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in zoverre het tot gevolg heeft dat een wees verschillend wordt behandeld naargelang op het ogenblik van het overlijden van één van zijn ouders, de rechthebbende de vader of de moeder is, enerzijds, of een derde, anderzijds, vermits dat artikel, voor het verkrijgen van de verhoogde kinderbijslag voor wezen, slechts in één welbepaalde voorwaarde voorziet, waaraan uitsluitend door de vader of de moeder moet zijn voldaan, en een derde daarbij ambtshalve uitgesloten is ?"