L'auteur de l'amendement indique que l'article 50, § 2, proposé se borne à disposer que l'officier de l'état civil est tenu d'informer, dans un délai
de trois jours, le juge de paix de la résidence de
l'enfant mineur du décès d'un parent, tandis qu'aux termes de l'article 390 proposé du Code civil, le juge de paix du domicile, tel qu'il est défini à l'article 36 du Code judiciaire, ou, à défaut de domicile, le juge de paix de la rési
dence est compétent pour organiser ...[+++] la tutelle.
De indiener van het amendement merkt op dat het voorgestelde artikel 50, § 2, enkel bepaalt dat de ambtenaar van de burgerlijke stand gehouden is binnen drie dagen kennis te geven van het overlijden van een ouder aan de vrederechter van de verblijfplaats van de minderjarige, terwijl volgens het voorgestelde artikel 390 van het Burgerlijk Wetboek de vrederechter van de woonplaats zoals bepaald door artikel 36 van het Gerechtelijk Wetboek en, bij gebreke daarvan, de vrederechter van de verblijfplaats bevoegd is de voogdij te organiseren.