15. demande aux États membres d'encourager et de favoriser la participation des jeunes à la vie démocratique, en particulier des jeunes femmes, en s'appuyant sur l'éducation, la société civile et des initiatives de qualité à destination de la jeunesse, et de les aider à exploiter les outils, nouveaux ou anciens, afin de contribuer à l'élaboration des politiques, en améliorant ainsi le développement, le bien-être et l'insertion sociale des jeunes;
15. roept de lidstaten op de deelname aan de democratie onder jongeren - en in het bijzonder jonge vrouwen - middels onderwijs, het maatschappelijk middenveld en hoogstaande jongereninitiatieven te bevorderen en te ondersteunen, en gebruik te maken van zowel bestaande als nieuwe instrumenten om bij te dragen aan beleidsvorming, en zo de ontwikkeling, het welzijn en de maatschappelijke integratie van jongeren te versterken;