Il convient en outre d'insister sur le fait que la condamnation au paiement d'une satisfaction équitable, en application de l'article 41 de la C.E.D.H., ne décharge en rien l'État de son obligation d'exécuter l'arrêt de condamnation, conformément à l'article 46, § 1 , de la C.E.D.H.
Voorts moet benadrukt worden dat de veroordeling tot het betalen van een billijke genoegdoening, met toepassing van artikel 41 EVRM, in niets afdoet aan de verplichting van de staat om uitvoering te geven aan het veroordelend arrest, overeenkomstig artikel 46, § 1, EVRM.