91. souligne que puisque l'Union poursuit l'objectif de la sécurité énergétique, une des priorités est de mettre en place un modèle de coopération entre les États membres en assurant l'achèvement rapide du marché intérieur européen de l'énergie, qui comprend notamment la construction de points d'interconnexion et la suppression des obstacles transfron
taliers; estime en outre que l'achèvement et la modernisation des infrastructures européennes reliant le Nord, le Sud, l'Est et l'Ouest permettra à l'Union de tirer au mieux parti des avantages comparatifs de chaque État membre, et appelle à soutenir de façon plus efficiente et plus durable
...[+++] la production d'énergie décentralisée, à petite échelle et collective, les infrastructures énergétiques intelligentes de distribution ainsi que les programmes de stockage et de réponse à la demande afin de pouvoir équilibrer l'offre et la demande à l'échelon local dans tous les États membres; souligne la nécessité de développer davantage les marchés macrorégionaux de l'énergie au sein de l'Union, comme les marchés Nord Pool ou Central West Europe; insiste par conséquent sur la nécessité d'une étroite coordination des politiques des États membres ainsi que d'une action conjointe, solidaire et transparente dans la mesure où les décisions de politique énergétique prises au niveau national peuvent avoir une incidence sur d'autres États membres; propose que l'on évalue la possibilité et la manière d'utiliser les connaissances et les structures de l'Agence de coopération des régulateurs de l'énergie (ACER) pour l'exécution de ces missions ainsi que la façon d'améliorer la collaboration entre les opérateurs des réseaux de transport; 91. onderstreept dat een van de prioriteiten van de EU, bij haar streven naar energiezekerheid, bestaat uit het ontwikkelen van een model van samenwerking tussen de lidstaten door te zorgen voor de snelle voltooiing van de interne energiemarkt van de EU, met inbegrip van met name de aanleg van interconnectoren en de verwijdering van grensoverschrijdende barrières; is voorts van mening dat de voltooiing en modernisering van de infrastructuur die Noord, Zuid, Oost en West met elkaar verbindt, de EU in staat zal stellen optimaal gebruik te maken van de comparatieve voordelen van iedere lidstaat, en dringt aan op verdere doeltreffende en duurzame steun voor gedecentraliseerde energieproductie op microniveau in handen van de gemeenschap en inte
...[+++]lligente infrastructuur voor de distributie van energie, naast opslag- en vraagresponsprogramma’s, zodat op lokaal niveau in alle lidstaten kan worden gezorgd voor een juist evenwicht tussen vraag en aanbod; wijst op de noodzaak van verdere ontwikkeling van macroregionale elektriciteitsmarkten in de EU, zoals de Nord Pool-markt en de Centraal-West-Europese markt; wijst daarom op de noodzaak van een sterke beleidscoördinatie tussen de lidstaten en van gezamenlijke maatregelen, solidariteit en transparantie aangezien nationale besluiten inzake energiebeleid gevolgen kunnen hebben voor andere lidstaten; oppert dat het wenselijk zou zijn na te gaan of en hoe de expertise en de faciliteiten van het Agentschap voor de samenwerking tussen energieregulators kunnen worden benut bij de uitvoering van bovengenoemde taken, en hoe voor betere samenwerking tussen de transmissiesysteembeheerders kan worden gezorgd;