« Les articles 96 et 97 de la loi-programme [lire : loi-programme (I)] du 24 décembre 2002 qui modifient respectivement les articles 59 et 60, § 3, 3°, d, des lois relatives aux allocations familiales pour travailleurs salariés, coordonnées le 19 décembre 1939, violent-ils les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'ils établissent une distinction quant à la détermination du régime tenu de prendre en charge le paiement des allocations familiales (régime des travailleurs salariés ou des travailleurs indépendants) selon qu'il s'agit d'u
n chômeur isolé qui bénéficie sans interruption des allocations familiales dans le régime des travailleurs
salariés p ...[+++]our avoir ouvert son droit d'attributaire en application des articles 51, § 2 et 56novies des lois coordonnées ou selon qu'il s'agit d'un chômeur qui, à la suite de la séparation de son couple, récupère ses droits aux allocations de chômage postérieurement au 1 avril 2003 alors que son conjoint avait déjà ouvert un droit effectif aux allocations familiales pour un enfant ou plusieurs enfants en vertu de l'arrêté royal du 8 avril 1976 établissant le régime des prestations familiales en faveur des travailleurs indépendants (application des articles 51, § 2, 59 et 60, § 3, 3°, d)) ?« Schenden de artikelen 96 en 97 van de programmawet [lees : programmawet (I)] van 24 december 2002, die respectievelijk de artikelen 59 en 60, § 3, 3°, d), van de op 19 december 1939 samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders wijzigen, de artikelen 10 en 11
van de Grondwet in zoverre zij een onderscheid instellen ten aanzien van de bepaling van de regeling die ertoe gehouden is de betaling van de kinderbijslag ten laste te nemen (regeling voor werknemers of voor zelfstandigen) naargelang het gaat om een alleenstaande werkloze die zonder onderbreking de kinderbijslag in de regeling voor werknemers geniet omdat
...[+++]hij zijn recht als rechthebbende heeft geopend met toepassing van de artikelen 51, § 2, en 56novies van de samengeordende wetten of naargelang het gaat om een werkloze die, ten gevolge van de scheiding van zijn koppel, na 1 april 2003 zijn rechten op werkloosheidsuitkeringen terugkrijgt terwijl zijn echtgenoot reeds een effectief recht op de kinderbijslag voor een of meer kinderen had geopend krachtens het koninklijk besluit van 8 april 1976 houdende regeling van de gezinsbijslag ten voordele van de zelfstandigen (toepassing van de artikelen 51, § 2, 59 en 60, § 3, 3°, d)) ?