Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "ouvriers licenciés excepté " (Frans → Nederlands) :

Art. 3. § 1. Les ouvriers licenciés, excepté pour motif grave, visés à l'article 2, § 1, qui ont atteint l'âge de 58 ans au moment de la cessation de leur contrat de travail et dans la période du 1 janvier 2014 au 31 décembre 2014 inclus, qui peuvent à ce moment justifier d'un passé professionnel en tant que salarié d'au moins 38 années et qui obtiennent le droit à des indemnités de chômage légales, reçoivent une indemnité complémentaire comme visé à l'article 6, à charge du "Fonds de sécurité d'existence de la préparation du lin".

Art. 3. § 1. De ontslagen werklieden, bedoeld in artikel 2, § 1, behalve om dringende reden, die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en tijdens de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 58 jaar of ouder zijn en die op dat ogenblik 38 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen en die gedurende deze periode recht verkrijgen op wettelijke werkloosheidsvergoedingen, ontvangen een aanvullende vergoeding, zoals bedoeld in artikel 6, ten laste van het "Fonds voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding".


Les employeurs qui licencient, entre le 1 juillet 1997 et le 31 décembre 2018, des ouvriers et des ouvrières âgés d'au moins 50 ans au moment de la notification du licenciement sont tenus de verser une cotisation forfaitaire unique par ouvrier ou ouvrière licencié(e) au fonds de sécurité d'existence, à l'exception des employeurs des ouvriers et ouvrières licenciés, qui n'ont pas droit à l'indemnité prévue à l'article 19bis, § 6.

De werkgevers die tussen 1 juli 1997 en 31 december 2018 werklieden of werksters ontslaan, die op het moment van de betekening van het ontslag minstens 50 jaar oud zijn, zijn per ontslagen werkman of werkster een forfaitaire éénmalige bijdrage verschuldigd aan het fonds voor bestaanszekerheid, met uitzondering van de werkevers van ontslagen werklieden of werksters die geen recht hebben op de vergoeding zoals bepaald in artikel 19bis, § 6.


Art. 2. § 1 . Les ouvriers licenciés, excepté pour motif grave, qui ont atteint l'âge de 56 ans au moment de la cessation de leur contrat de travail et dans la période du 1 janvier 2014 au 31 décembre 2014 inclus, reçoivent une indemnité complémentaire comme visé à l'article 4, à charge du " Fonds de sécurité d'existence de la préparation du lin" pour autant qu'ils puissent à ce moment justifier d'un passé professionnel en tant que salarié d'au moins 20 années et aient travaillé dans un régime de travail tel que visé à l'article 1 de la convention collective de travail n° 46 conclue le 23 mars ...[+++]

Art. 2. § 1. De ontslagen werklieden, behalve om dringende reden, die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en tijdens de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 56 jaar of ouder zijn ontvangen een aanvullende vergoeding, zoals bedoeld in artikel 4, ten laste van het " Fonds voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding" , voor zover zij op dat ogenblik minimaal 20 jaar gewerkt hebben in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 gesloten op 23 maart 1990 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 1990, en 33 jaar beroepsverled ...[+++]


Art. 3. § 1 . Les ouvriers licenciés, excepté pour motif grave, visés à l'article 2, § 1 , qui ont atteint l'âge de 58 ans au moment de la cessation de leur contrat de travail et dans la période du 1 janvier 2014 au 31 décembre 2015 inclus, qui peuvent à ce moment justifier d'un passé professionnel en tant que salarié d'au moins 35 années et ont travaillé dans un métier lourd, et qui obtiennent le droit à des indemnités de chômage légales, reçoivent une indemnité complémentaire comme visé à l'article 5, à charge du " Fonds de sécurité d'existence de la préparation du lin" .

Art. 3. § 1. De ontslagen werklieden bedoeld in artikel 2, § 1, behalve om dringende reden, die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en tijdens de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2015 58 jaar of ouder zijn en die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van ten minste 35 jaar als loontrekkende kunnen rechtvaardigen, gewerkt hebben in een zwaar beroep en die gedurende deze periode recht verkrijgen op wettelijke werkloosheidsvergoedingen, ontvangen een aanvullende vergoeding, zoals bedoeld in artikel 5, ten laste van het " Fonds voor bestaanszekerheid voo ...[+++]


- Les ouvriers qui sont licenciés, excepté les ouvriers licenciés pour motifs graves;

- De arbeiders die ontslagen worden, met uitzondering van arbeiders die ontslagen worden om dringende reden;


Art. 2. § 1 . Les ouvriers licenciés, excepté pour motif grave, qui ont atteint l'âge de 56 ans au moment de la cessation de leur contrat de travail et dans la période du 1 janvier 2014 au 31 décembre 2015 inclus, qui peuvent à ce moment justifier d'un passé professionnel en tant que salarié d'au moins 40 années et qui obtiennent le droit à des indemnités de chômage légales, reçoivent une indemnité complémentaire comme visé à l'article 4, à charge du " Fonds de sécurité d'existence de la préparation du lin" .

Art. 2. § 1. De ontslagen werklieden, behalve om dringende reden, die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en tijdens de periode van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2015 56 jaar of ouder zijn en die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst een beroepsverleden van tenminste 40 jaar als loontrekkende kunnen rechtvaardigen en die gedurende deze periode recht verkrijgen op wettelijke werkloosheidsvergoedingen, ontvangen een aanvullende vergoeding, zoals bedoeld in artikel 4, ten laste van het " Fonds voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding" .


Les employeurs qui licencient, entre le 1er juillet 1997 et le 31 décembre 2016, des ouvriers ou des ouvrières âgés d'au moins 50 ans au moment de la notification du licenciement, sont tenus de verser une cotisation forfaitaire unique par ouvrier ou ouvrière licencié(e) au fonds de sécurité d'existence, à l'exception des employeurs des ouvriers et ouvrières licenciés qui n'ont pas droit à l'indemnité prévue à l'article 19bis, § 6.

De werkgevers die tussen 1 juli 1997 en 31 december 2016 werklieden of werksters ontslaan, die op het moment van de betekening van het ontslag minstens 50 jaar oud zijn, zijn per ontslagen werkman of werkster een forfaitaire éénmalige bijdrage verschuldigd aan het fonds voor bestaanszekerheid, met uitzondering van de werkgevers van ontslagen werklieden of werksters die geen recht hebben op de vergoeding zoals bepaald in artikel 19bis, §6.


Les employeurs qui licencient, entre le 1 juillet 1997 et le 31 décembre 2014, des ouvriers ou des ouvrières âgés d'au moins 50 ans au moment de la notification du licenciement, sont tenus de verser une cotisation forfaitaire unique par ouvrier ou ouvrière licencié(e) au fonds de sécurité d'existence, à l'exception des employeurs des ouvriers et ouvrières licenciés, qui n'ont pas droit à l'indemnité prévue à l'article 19bis, § 6.

De werkgevers die tussen 1 juli 1997 en 31 december 2014 werklieden of werksters ontslaan, die op het moment van de betekening van het ontslag minstens 50 jaar oud zijn, zijn per ontslagen werkman of werkster een forfaitaire éénmalige bijdrage verschuldigd aan het fonds voor bestaanszekerheid, met uitzondering van de werkgevers van ontslagen werklieden of werksters die geen recht hebben op de vergoeding zoals bepaald in artikel 19bis, §6.


Art. 4. § 1. Les ouvriers licenciés, exception faite du licenciement pour motif grave, qui au moment de la cessation de leur contrat de travail et pendant la période allant du 1 janvier 2011 au 31 décembre 2012, ont atteint l'âge de 56 ans ou plus, reçoivent une indemnité complémentaire comme prévu par l'article 2, à charge du " Fonds de sécurité d'existence de la préparation du lin" (dénommé ci-après le fonds), pour autant qu'ils aient travaillé au moins 20 ans dans un régime de travail comme prévu à l'article 1 de la convention collective de travail n° 46 conclue le 23 mars 1990 et rendue obligatoire par arrêté ...[+++]

Art. 4. § 1. De ontslagen werklieden, behalve om dringende reden, die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en tijdens de periode van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2012, 56 jaar of ouder zijn ontvangen een aanvullende vergoeding, zoals bedoeld in artikel 2, ten laste van het " Fonds voor bestaanszekerheid voor de vlasbereiding" (hierna genoemd het fonds), voor zover zij op dat ogenblik minimaal 20 jaar gewerkt hebben in een arbeidsregime zoals bedoeld in artikel 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 46 gesloten op 23 maart 1990 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 10 mei 19 ...[+++]


Les employeurs qui licencient, entre le 1 juillet 1997 et le 31 décembre 2014, des ouvriers ou des ouvrières âgés d'au moins 50 ans au moment de la notification du licenciement sont tenus de verser une cotisation forfaitaire unique par ouvrier ou ouvrière licencié(e) au fonds de sécurité d'existence, à l'exception des employeurs des ouvriers et ouvrières licenciés qui n'ont pas droit à l'indemnité prévue à l'article 19bis, § 6.

De werkgevers die tussen 1 juli 1997 en 31 december 2014 werklieden of werksters ontslaan, die op het moment van de betekening van het ontslag minstens 50 jaar oud zijn, zijn per ontslagen werkman of werkster een forfaitaire eenmalige bijdrage verschuldigd aan het fonds voor bestaanszekerheid, met uitzondering van de werkgevers van ontslagen werklieden of werksters die geen recht hebben op de vergoeding zoals bepaald in artikel 19bis, § 6.




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

ouvriers licenciés excepté ->

Date index: 2021-06-13
w