La pression à laquelle l’ABS commence à exécuter des cycles est déterminée au moyen de cinq essais à partir de 100 ± 2 km/h, au cours desquels une pression est exercée sur la pédale de frein jusqu’au point d’activation de l’ABS; les cinq niveaux de pression auxquels l’activation a lieu, déterminés à partir des enregistrements de la pression exercée sur les roues avant, sont enregistrés et la valeur moyenne obtenue est désignée pabs.
De druk waarbij het ABS begint te functioneren, wordt bepaald door vijf tests te verrichten met 100 ± 2 km/h waarbij het rempedaal wordt ingetrapt tot het niveau dat het ABS in werking doet treden, en de vijf drukwaarden waarbij dit optreedt, zoals blijkt uit metingen van die druk aan de voorwielen, worden genoteerd en het gemiddelde ervan wordt gelijkgesteld aan pabs.