U.
considérant que la part des dépenses relevant de la PAC dans le budget de l'Union n'a cessé de décroître – elle représentait presque 75 % du budget de
l'UE en 1985 et ne devrait plus être que de 39,3 % en 2013, ce qui représente moins de 0,45 % du PIB de l'Union européenne –; considérant que la réduction des dépenses budgétaires relatives aux me
sures de marché est encore plus marquée – de 74 % du total des dépenses de la PAC e
...[+++]n 1992 à moins de 10 % à l'heure actuelle –; que les dépenses de la PAC ont été progressivement réaffectées du soutien au marché et des subventions à l'exportation aux paiements découplés et au développement rural,
U. overwegende dat het aandeel van de GLB-uitgaven in de begroting van de EU gestaag is gedaald van bijna 75% in 1985 naar een geraamd percentage van 39,3% in 2013; overwegende dat dit minder dan 0,45% van het BBP van de EU vertegenwoordigt; overwegende dat de daling van de begrotingsuitgaven voor marktmaatregelen nog significanter is − van 74% van alle GLB-uitgaven in 1992 naar minder dan 20% nu; overwegende dat de GLB-uitgaven steeds verder verschoven zijn van marktsteun en exportsubsidies naar ontkoppelde toeslagen en plattelandsontwikkeling,