c)l’alimentation d’animaux d’élevage au moyen de plantes fourragères, soit en laissant directement paître les animaux, soit en leur fournissant des herbes coupées, provenant de sols sur lesquels des engrais organiques ou des amendements autres que le lisier ont été utilisés, sauf si le pacage ou la coupe des herbes ont lieu après l’expiration d’une période d’attente qui garantit une maîtrise adéquate des risques pour la santé publique et animale et qui est d’une durée minimale de vingt et un jours; et
c)landbouwhuisdieren laten grazen op, of voederen met groenvoer afkomstig van, land waarop andere organische meststoffen en bodemverbeteraars dan mest zijn gebruikt, tenzij het maaien of grazen plaatsvindt na een wachttijd die een toereikende beheersing van de risico’s voor de gezondheid van mens en dier garandeert en ten minste 21 dagen bedraagt, en