Il est demandé à la Cour si l'article 46bis des lois relatives aux vacances annuelles des travailleurs salariés, coordonnées le 28 juin 1971, viole les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il établit, en matière de prescription de l'action en récupération de pécules de vacances octroyés indûment, un régime qui diffère de celui prévu par l'article 30, § 1, de la loi du 29 juin 1981 : alors que la disposition en cause fixe ce délai à cinq ans à compter de la fin de l'année de l'e
xercice de vacances auquel se rapporte le pécule de vacances ou à deux ans en cas d'erreur due à la caisse de vacances, l'article 30, § 1, précité, fixe c
...[+++]e délai à trois ans ou à six mois, à compter de la date à laquelle le paiement a été effectué, lorsque le paiement résulte uniquement d'une erreur de l'organisme ou du service, dont l'intéressé ne pouvait normalement se rendre compte.Het Hof wordt gevraagd of artikel 46bis van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoördineerd op 28 juni 1971, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt doordat het, op vlak van de verjaring van de terugvordering van ten onrechte betaalde vakantiegelden, een stelsel invoert dat verschilt van dat van artikel 30, § 1, van de wet van 29 juni 1981 : terwijl de in het geding zijnde bepaling die termijn vaststelt op vijf jaar vanaf het einde van het vakantiedienstjaar waarop dat vakantiegeld betrekking heeft of twee jaar in geval van een vergissing toe te schrijven aan het vakantiefonds, legt voormeld artikel 30, § 1, die termijn vast op drie jaar of op ze
s maanden vanaf de u ...[+++]itbetaling indien die betaling enkel het gevolg is van een vergissing van de instelling of de dienst, waarvan de betrokkene zich normaal geen rekenschap kon geven.