Après avoir décrit en détail les difficultés qu'ont rencontrées ses hommes en accomplissant les missions qui leur avaient été confiées (contrôles, barrages routiers, cordons de police, fouilles et patrouilles), il conclut que le mandat a été mal évalué d'emblée et que, si la pacification est, certes, un travail de militaire, le maintien de la paix est une tâche qui incombe à des agents de police.
Na uitvoerig de moeilijkheden beschreven te hebben die zijn manschappen ondervonden bij het uitvoeren van de hun toegewezen opdrachten (checkpoints, road-blocks, perquisitions, cordon and searches en patrouilles) concludeert hij dat het mandaat van bij de aanvang verkeerd werd ingeschat en dat « peace making » misschien wel een opdracht is voor militairen, maar dat « peace keeping » een taak is die moet worden toevertrouwd aan politieagenten.