L'article 728, § 2, précité du Code judiciaire prévoit une telle exception en faveur des parties qui comparaissent devant le juge de paix, où elles peuvent être représentées par leur conjoint, un parent ou un allié, mais ces mêmes parties ne peuvent comparaître qu'en personne ou par avocat si le litige est porté, en appel, devant le tribunal de première instance.
Het voormelde artikel 728, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek voorziet in een dergelijke uitzondering voor de partijen die voor de vrederechter verschijnen, waar zij kunnen worden vertegenwoordigd door hun echtgenoot of een bloed- of aanverwant, maar diezelfde partijen kunnen enkel persoonlijk of via een advocaat verschijnen indien het geschil in hoger beroep voor de rechtbank van eerste aanleg wordt gebracht.