Le juge de paix peut, dans l'intérêt de la personne à protéger, décider à tout moment, par ordonnance motivée, soit d'office, soit à la demande d'un administrateur ou du procureur du Roi, que la personne de confiance ne peut plus exercer sa fonction».
De vrederechter kan, te allen tijde, in het belang van de te beschermen persoon, hetzij ambtshalve, hetzij op verzoek van een bewindvoerder of van de procureur des Konings, bij een met redenen omklede beschikking beslissen dat de vertrouwenspersoon zijn functie niet meer mag uitoefenen».