L'Inde et le Pakistan font valoir que le TNP est discriminatoire en ce sens qu'il interdit à tous les États parties, hormis le P5 (c'est-à-dire la Chine, la France, la Russie, le Royaume-Uni et les États-Unis), de posséder des armes nucléaires et qu'il exige de leur part, à l'exception du P5, qu'ils acceptent des garanties en ce qui concerne leurs installations nucléaires.
India en Pakistan voeren aan dat het NPV discriminerend is omdat het alle verdragspartijen met uitzondering van de zogenaamde P5 (China, Frankrijk, Rusland, Verenigd Koninkrijk en Verenigde Staten) verbiedt kernwapens te bezitten en alle verdragspartijen met uitzondering van de P5 verplicht controles van hun kerninstallaties toe te staan.
