Selon le Conseil des ministres, la distinction entre les médecins vétérinaires et les pharmaciens existe déjà depuis l'arrêté royal n° 78 du 10 novembre 1967 relatif à l'exercice de l'art de guérir, de l'art infirmier, des professions paramédicales et aux commissions médicales, qui attribue aux pharmaciens le monopole d'effectuer des préparations extemporanées.
Volgens de Ministerraad bestaat het onderscheid tussen dierenartsen en apothekers reeds sedert het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de geneeskunst, de verpleegkunde, de paramedische beroepen en de geneeskundige commissies, waarbij aan de apothekers het monopolie werd toegekend om ex tempore bereidingen uit te voeren.