Pareille interprétation supposerait en effet que les traités internationaux sur les droits de l'homme imposent des obligations aux États à titre principal et que les citoyens ne se verraient reconnaître des droits qu'à titre subsidaire.
Een dergelijke opvatting zou ervan uitgaan dat de internationale verdragen over de rechten van de mens primair verplichtingen opleggen aan de Staten, en dat slechts subsidiair rechten aan de burgers worden toegekend.