18. constate que les discriminations dont sont victimes les femmes, qui les empêchent de participer pleinement à la vie politique, se poursuivent en dépit du fait que les principes d'égalité entre hommes et femmes et de parité entre hommes et femmes au sein des différents organes décisionnels sont inscrits dans la constitution; propose que les mesures nécessaires soient prises pour assurer l'intégration des femmes dans la vie politique et faire en sorte que le droit électoral soit modifié afin d'assurer le principe de parité entre hommes et femmes;
18. stelt vast dat de discriminatie van vrouwen, die hen belemmert aan het politieke leven deel te nemen, voortduurt ondanks het feit dat het beginsel van gelijke rechten van mannen en vrouwen en de paritaire aanwezigheid van mannen en vrouwen in de besluitvormingsorganen in de grondwet is verankerd; stelt voor dat alle nodige maatregelen worden genomen om ervoor te zorgen dat de vrouwen aan het politieke leven kunnen deelnemen en dat de kieswet wordt gewijzigd om het beginsel van paritaire vertegenwoordiging van mannen en vrouwen erin vast te leggen;