6. relève la proposition formulée par le Bureau de porter le budget au taux maximal de 20 % de la rubrique 5, représentant une augmentation globale de 6,1 % du budget du Parlement par rapport au budget de 2005, taux supérieur à la hausse moyenne, soit 4,5 %, des dépenses administratives de la rubrique 5 dans le projet de budget; confirme la part traditionnelle du Parlement européen dans le budget, soit 20 % de la rubrique 5; souligne que le Parlement est parvenu à respecter le plafond qu'il s'était ainsi imposé et qu'il a réalisé d'importantes économies par voie de paiements accélérés au titre de l'immobilier;
6. neemt kennis van het voorstel van het Bureau om de begroting op het plafond van 20% voor rubriek 5 te brengen, hetgeen overeenstemt met een totale stijging van d
e begroting van het Parlement met 6,1% in vergelijking met de begroting 2005, wat boven de gemiddelde stijging van de administratieve uitgaven van rubriek 5 van de ontwerpbegroting met 4,5% ligt; bevestigt het traditionele aandeel van het Parlement in de begroting, dat overeenkomt met 20% van rubriek 5; beklemtoont dat het Parlement zich met succes aan dit zichzelf opgelegde plafond heeft gehouden en forse besparingen heeft bereikt dank zij vervroegde betalingen voor het "on
...[+++]roerendgoedbeleid";