Art. 13. § 1. L'agent qui accepte une fonction de membre du Gouvernement fédéral, de membre d'un Gouvernement régional ou de Communauté, de président d'une Assemblée, un mandat parlementaire, un mandat de député européen, un mandat de député permanent d'un Conseil provincial, un mandat de bourgmestre, d'échevin ou de président de C. P.A.S. d'une commune doit en informer le directeur.
Art. 13. § 1. De ambtenaar die een ambt als lid van de federale Regering, van een Gewest- of Gemeenschapsregering, als President van een Vergadering, als parlementslid, als Europese afgevaardigde, als bestendige afgevaardigde van een provincieraad, als burgemeester, als schepen of als voorzitter van een OCMW aanvaardt, moet de directeur daarvan verwittigen.