Après une première décision, prise par la Chambre des députés (le 16 mars 1999), selon laquelle les faits de la procédure pénale devant le Tribunal de Milan étaient couverts par les privilèges parlementaires italiens, la Cour constitutionnelle, tranchant un conflit de compétence entre le Parlement et la Cour d'appel de Milan, conformément à l'article 68, paragraphe 1, de la Constitution italienne, a annulé cette première décision, estimant que les insultes et les actes de résistance et de violence ne sont en aucune façon des actes auxquels peuvent s'appliquer des privilèges parlementaires.
Indertijd was de hee
r Bossi lid van het Italiaans parlement. Na het aanvankelijke besluit van de Kamer van Afgevaardigden (van 16 maart 1999), dat de feiten in geding in de strafprocedure voor de Pretura circondariale di Milano werden ged
ekt door Italiaanse parlementaire immuniteit, heeft de Corte Constitutionale ter beslechting van een bevoegdheidsconflict tussen het parlement en de Corte di Appelo van Milaan, op grond van artikel 68, lid 1 van de Constitutie dat besluit vernietigd, overwegende dat beledigingen en gewelddadige handel
...[+++]ingen in geen geval handelingen zijn waarop parlementaire voorrechten van toepassing kunnen zijn.