« À la Cour de cassation, quarante pour cent des magistrats du siège et quarante pour cent des membres du parquet doivent justifier par leur diplôme qu'ils ont subi les examens du doctorat ou de la licence en droit en langue française; soixante pour cent des membres du siège et du parquet doivent justifier par leur diplôme qu'ils ont subi les examens du doctorat ou de la licence en droit en langue néerlandaise».
« Veertig procent van de magistraten van de zetel van het Hof van Cassatie en veertig procent van de leden van het parket bij dit hof moet, door het diploma, bewijzen de examens van het doctoraat of het licentiaat in de rechten in het Frans te hebben afgelegd; zestig procent van de leden van het hof en van het parket moet, door het diploma, bewijzen de examens van het doctoraat of het licentiaat in de rechten in Nederlands te hebben afgelegd. »