L'article 68, alinéa 1, du Code des droits de succession dispose qu'en cas de répudiation d'une part ab intestat, d'une disposition testamentaire ou d'une institution contractuelle, les droits de succession dus par les personnes qui en profitent ne peuvent être inférieurs au droit qu'aurait dû acquitter le renonçant.
Artikel 68, eerste lid, van het Wetboek der successierechten bepaalt dat bij verwerping van een intestaataandeel, van een uiterste wilsbeschikking of van een contractuele erfstelling, de successierechten die verschuldigd zijn door de personen die daarvan het voordeel genieten, niet lager mogen zijn dan het recht dat de verwerper had moeten betalen.