Il ressort de l'exposé de la proposition qui est à l'origine de la loi attaquée, rappelé en B.4.2, que le législateur a entendu défendre un modèle de société qui fait prévaloir l'individu sur ses attaches philosophiques, culturelles et religieuses en vue de favoriser l'intégration de tous et faire en sorte que les citoyens partagent un patrimoine commun de valeurs fondamentales que sont le droit à la vie, le droit à la liberté de conscience, la démocratie, l'égalité de l'homme et de la femme ou encore la séparation de l'Eglise et de l'Etat.
Uit de in B.4.2 in herinnering gebrachte toelichting bij het voorstel dat aan de oorsprong van de bestreden wet ligt, vloeit voort dat de wetgever een samenlevingsmodel heeft willen verdedigen dat voorrang geeft aan het individu boven diens levensbeschouwelijke, culturele en religieuze banden teneinde eenieders integratie te bevorderen en ervoor te zorgen dat de burgers een gemeenschappelijk goed van fundamentele waarden delen, namelijk het recht op leven, het recht op vrijheid van geweten, de democratie, de gelijkheid tussen man en vrouw, of nog, de scheiding tussen Kerk en Staat.