« Art. 4. En cas de transmission consécutive à un divorce avec partage des sommes, capitaux ou valeurs mobilières visés au présent paragraphe, il doit être satisfait à l'obligation d'investissement, de période minimale d'investissement et de réinvestissement dans le chef de chaque conjoint en ce qui concerne la part propre que chacun possède dans son patrimoine après le partage.
« Art. 4. Ingeval van overgang ingevolge een echtscheiding met verdeling van de in deze paragraaf geviseerde sommen, kapitalen of roerende waarden, moet aan de verplichting tot investering, minimuminvesteringsperiode en herinvestering worden voldaan in hoofde van elke partner wat betreft het eigen deel dat elkeen in zijn vermogen heeft na de verdeling.