6. affirme de nouveau que, contrairement à l'union douanière défendue par la Russie, les accords conclu par l'Union avec les pays du partenariat oriental sur une zone de libre-échange approfondie et complète n'interdisent pas à ces derniers de nouer des relations de libre-échange avec des pays tiers; signale dès lors qu'à la suite de la signature d'un accord d'association comprenant une zone de libre-échange approfondie et complète, les partenaires orientaux pourront toujours commercer librement avec la Russie au titre des accords de libre-échange actuellement en vigueur dans le cadre de la Communauté d'États indépendants (CEI);
6. herhaalt dat de overeenkomsten over een diepe en brede vrijhandelsruimte (DCFTA) tussen de EU en de landen van het Oostelijk Partnerschap, in tegenstelling tot het door Rusland nagestreefde douane-unieproject, de partnerlanden niet zullen beletten vrij handel te voeren met derde landen; wijst er dan ook op dat de oostelijke partnerlanden na de ondertekening van de associatieovereenkomst en de DCFTA nog steeds vrij handel zullen kunnen bedrijven overeenkomstig de vrijhandelsovereenkomsten die zij als lid van het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS) hebben ondertekend;