En raison du délai maximum de deux ans, le législateur a estimé qu'il ne convenait pas d'assurer aussi pendant l'enquête particulière les garanties offertes au condamné et à la partie civile au cours de l'information et de l'instruction (Doc. parl., Sénat, 2002-2003, n° 1197/3, p. 27).
Vanwege de maximumtermijn van twee jaar achtte de wetgever het niet aangewezen om de waarborgen die aan de veroordeelde en de burgerlijke partij worden geboden tijdens het opsporingsonderzoek en het gerechtelijk onderzoek ook te verlenen tijdens het bijzonder onderzoek (Parl. St., Senaat, 2002-2003, nr. 1197/3, p. 27).