34. is tevreden met de voortgaande tenuitvoerlegging van de wetgeving tot wijziging van de wet inzake stichtingen uit 2008, die de herstelmogelijkheden verruimt van de eigendomsrechten van niet-moslimgemeenschappen; dringt er bij de bevoegde autoriteiten op aan de Syrische gemeenschap te helpen de moeilijkheden op te lossen waarmee deze te maken krijgt bij kwestie
s in verband met de registratie van bezittingen en grond; dringt aan op een oplossing voor de vele bezittingen van de Rooms-katholieke kerk die nog altijd door de staat zijn geconfisqueerd; merkt op dat bijzonder langzaam vooruitgang wordt geboekt bij de uitbreiding van de re
...[+++]chten van de alevitische minderheid; herinnert eraan dat het dringend noodzakelijk is door te gaan met de wezenlijke en substantiële hervormingen op het gebied van de vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst, in het bijzonder door religieuze gemeenschappen de mogelijkheid te geven rechtspersoonlijkheid te verkrijgen, door alle beperkingen met betrekking tot de opleiding, benoeming en opvolging van de clerus op te heffen, door alevitische gebedshuizen te erkennen, en door uitspraken van het EHRM en de aanbevelingen van de Commissie van Venetië te eerbiedigen; verzoekt Turkije ervoor te zorgen dat het klooster van de Heilige Gabriël niet wordt beroofd van zijn grond en in zijn geheel wordt beschermd; is van mening dat een ruimere samenstelling van het Directoraat-generaal religieuze zaken, met opname van vertegenwoordigers van de religieuze minderheden, een goede zaak zou zijn, doordat zo een inclusief maatschappijconcept wordt bevorderd; verzoekt Turkije de vermelding van de religie te verwijderen van de nationale identiteitskaarten en te garanderen dat het religieus onderwijs de religieuze diversiteit en pluriformiteit van de Turkse maatschappij eerbiedigt;