Les appareils contenant des PCB, qui ne peuvent être inventoriés conformément à l'article 2.7.0.2, § 1, et qui font partie intégrante d'un autre appareil, sont, dans la mesure où ceci s'avère raisonnablement réalisable, récoltés de façon distincte lors de la mise au rebut, du recyclage ou de l'élimination de l'appareil.
Apparaten met PCB's die niet overeenkomstig artikel 2.7.0.2, § 1, moeten worden geïnventariseerd en die onderdeel uitmaken van een ander apparaat, worden waar dit redelijkerwijs haalbaar is, afzonderlijk ingezameld wanneer het apparaat buiten gebruik wordt gesteld, wordt gerecycleerd of verwijderd.