Au cours des négociations, un certain nombre d'États ont exprimé la crainte que le libellé de l'article 9 de la Convention, combiné à l'article 1, paragraphe 1 (c), n'eût pour conséquence de rendre impossible la coopération d'un État partie avec des États non parties, qui pourraient être engagés dans des activités interdites à un État partie, notamment dans le cadre d'opérations militaires.
Tijdens de onderhandelingen uitten enkele staten de vrees dat de formulering van artikel 9 van het Verdrag samen gelezen met artikel 1, lid 1 (c) tot gevolg zou hebben, dat een Staat die Partij is onmogelijk nog zou kunnen samenwerken met Staten die geen Partij zijn en die mogelijk deelnemen aan activiteiten die verboden zijn voor een Staat die Partij is, met name in het kader van militaire operaties.