Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «parties requérantes allèguent notamment » (Français → Néerlandais) :

Les parties requérantes allèguent notamment que s'il est vrai qu'une norme ne devient obligatoire qu'après sa publication, les citoyens peuvent toutefois déjà puiser des droits dans une norme qui n'a pas encore été publiée.

De verzoekende partijen voeren met name aan dat een norm weliswaar pas verbindend is na de bekendmaking ervan, maar dat burgers reeds rechten kunnen ontlenen aan een nog niet bekendgemaakte norm.


Dans les première et seconde branches du premier moyen, les parties requérantes allèguent notamment que l'article 44/5 de la loi sur la fonction de police, tel qu'il a été inséré par l'article 12 de la loi attaquée, est contraire au droit au respect de la vie privée, garanti par les dispositions mentionnées en B.7, en ce que, premièrement, on n'aperçoit pas clairement quelles données peuvent être traitées dans la banque de données de la police, deuxièmement, on n'aperçoit pas clairement quelle devrait être leur qualité, et, troisièmement, des données obtenues illégalement pourraient être traitées dans ces banques de données. a) La nature ...[+++]

In het eerste en het tweede onderdeel van het eerste middel voeren de verzoekende partijen, onder meer, aan dat artikel 44/5 van de wet op het politieambt, zoals ingevoegd bij artikel 12 van de bestreden wet, niet bestaanbaar is met het recht op eerbiediging van het privéleven, zoals gewaarborgd bij de in B.7 vermelde bepalingen, doordat, ten eerste, niet duidelijk zou zijn welke gegevens kunnen worden verwerkt in de politionele databanken, ten tweede, niet duidelijk zou zijn van welke kwaliteit die gegevens moeten zijn, en, ten derde, onwettig verkregen gegevens in die databanken zouden kunnen worden verwerkt. a) De aard van de gegevens ...[+++]


Dans le troisième moyen, les parties requérantes allèguent notamment que la catégorie visée dans l'article 44/5, § 1, alinéa 1, 4°, de la loi sur la fonction de police n'est pas claire et que cette incertitude est causée par les termes « susceptibles » et « peuvent » qui sont utilisés dans cette disposition.

In het derde middel voeren de verzoekende partijen onder meer aan dat de in artikel 44/5, § 1, eerste lid, 4°, van de wet op het politieambt bedoelde categorie niet duidelijk is en dat die onduidelijkheid wordt veroorzaakt door het in die bepaling gebruikte woord « kunnen ».


Dans la première branche du premier moyen, dans la seconde branche du premier moyen et dans la première branche du troisième moyen, les parties requérantes allèguent notamment que l'article 44/5 de la loi sur la fonction de police, tel qu'il a été inséré par l'article 12 de la loi attaquée, n'est pas compatible avec les dispositions constitutionnelles et conventionnelles mentionnées en B.7, en ce que cette disposition entraînerait une ingérence excessive dans le droit au respect de la vie privée en raison de la manière dont sont décrites les catégories de personnes dont les données peuvent être traitées dans une banque de données policiè ...[+++]

In het eerste onderdeel van het eerste middel, het tweede onderdeel van het eerste middel en het eerste onderdeel van het derde middel, voeren de verzoekende partijen onder meer aan dat artikel 44/5 van de wet op het politieambt, zoals ingevoegd bij artikel 12 van de bestreden wet, niet bestaanbaar is met de in B.7 vermelde grondwets- en verdragsbepalingen, doordat die bepaling, door de wijze waarop de categorieën van personen van wie de gegevens in een politionele databank kunnen worden verwerkt, wordt omschreven, een te verregaande inmenging in het recht op eerbiediging van het privéleven met zich zou meebrengen.


Dans la seconde branche du deuxième moyen, le quatrième moyen et la première branche du cinquième moyen, les parties requérantes allèguent notamment que les articles 44/5, § 6, 44/9, 44/10 et 44/11/2 de la loi sur la fonction de police, tels qu'ils ont été insérés par les articles 12, 18, 19 et 23 de la loi attaquée, ne sont pas compatibles avec le droit au respect de la vie privée, garanti par les dispositions constitutionnelles et conventionnelles mentionnées en B.7, en ce que les données peuvent être conservées trop longtemps et ne sont pas effacées s'il n'y a plus de raison de les conserver.

In het tweede onderdeel van het tweede middel, het vierde middel en het eerste onderdeel van het vijfde middel voeren de verzoekende partijen onder meer aan dat de artikelen 44/5, § 6, 44/9, 44/10 en 44/11/2 van de wet op het politieambt, zoals ingevoegd bij de artikelen 12, 18, 19 en 23 van de bestreden wet, niet bestaanbaar zijn met het recht op eerbiediging van het privéleven, zoals gewaarborgd bij de in B.7 vermelde grondwets- en verdragsbepalingen, doordat de gegevens te lang kunnen worden bewaard en niet worden gewist indien er geen redenen meer zijn om ze te bewaren.


Dans la seconde branche du premier moyen, les parties requérantes allèguent notamment que l'article 44/5 de la loi sur la fonction de police, tel qu'il a été inséré par l'article 12 de la loi attaquée, n'est pas compatible avec les normes de référence mentionnées en B.7, en ce qu'il ne prévoit pas de garanties particulières pour le traitement de données sensibles, de photos et d'empreintes digitales.

In het tweede onderdeel van het eerste middel voeren de verzoekende partijen onder meer aan dat artikel 44/5 van de wet op het politieambt, zoals ingevoegd bij artikel 12 van de bestreden wet, niet bestaanbaar is met de in B.7 vermelde referentienormen, doordat er geen bijzondere waarborgen zijn voor de verwerking van gevoelige gegevens, foto's en vingerafdrukken.


Dans son mémoire, le Conseil des ministres constate que les parties requérantes allèguent la violation des articles 10, 11, 16 et 23 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 1 du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme, avec les articles 2, 3 et 9 du Pacte international relatif aux droits économiques, sociaux et culturels, avec l'article 12 de la Charte sociale européenne révisée, avec les articles 17.1, 20, 21 et 23 de la Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne et avec l'article 4 de la directive 79/7/CEE du Conseil du 19 décembre 1978 relative à la mise en oeuvre progress ...[+++]

In zijn memorie stelt de Ministerraad vast dat de verzoekende partijen de schending aanvoeren van de artikelen 10, 11, 16 en 23 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Verdrag van de rechten van de mens, met de artikelen 2, 3 en 9 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, met artikel 12 van het herziene Europees Sociaal Handvest, met de artikelen 17, lid 1, 20, 21 en 23 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en met artikel 4 van de richtlijn 79/7/EEG van de Raad van 19 december 1978 betreffende de geleidelijke tenuitvoerleggin ...[+++]


Les parties requérantes allèguent encore la violation, par l'article 137 attaqué, des articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec l'article 5 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que les personnes qui font l'objet d'une deuxième décision ou d'une décision ultérieure de maintien de la détention préventive ne peuvent former un pourvoi en cassation « immédiat » contre l'arrêt rendu par la chambre des mises en accusation, alors que les personnes qui font l'objet d'une décision visée à l'article 420, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle ou d'un arrêt ou jugement définitif, peuvent en revanche former un pourvoi en cassation ...[+++]

De verzoekende partijen voeren voorts de schending aan door het bestreden artikel 137 van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 5 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de personen die het voorwerp uitmaken van een tweede of navolgende beslissing tot handhaving van de voorlopige hechtenis geen onmiddellijk cassatieberoep kunnen instellen tegen het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling, terwijl de personen die het voorwerp uitmaken van een beslissing vermeld in artikel 420, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering of die het voorwerp uitmaken van een e ...[+++]


Dans le deuxième moyen des affaires n 6289, 6291, 6292 et 6293, les parties requérantes allèguent que les articles 2, 3 et 6 de la loi attaquée violent le principe d'égalité et de non-discrimination et l'article 23 de la Constitution, combinés avec la directive 2000/78/CE du Conseil du 27 novembre 2000 portant création d'un cadre général en faveur de l'égalité de traitement en matière d'emploi et de travail et avec la Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne, en ce qu'ils instaureraient une discrimination fondée sur l'âge, étant donné qu'ils privent de l'avantage de la retraite anticipée certains membres du personnel de la fo ...[+++]

In het tweede middel in de zaken nrs. 6289, 6291, 6292 en 6293 voeren de verzoekende partijen aan dat de artikelen 2, 3 en 6 van de bestreden wet het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie en artikel 23 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke behandeling in arbeid en beroep en met het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, schenden, doordat zij een discriminatie op grond van leeftijd zouden inhouden, aangezien zij het voordeel van het vervroegd pensioen ontnemen aan bepaalde leden van het overheidspersoneel, di ...[+++]


Dans la seconde branche du premier moyen dans l'affaire n° 6261, la partie requérante allègue que les articles 2, 3 et 6 de la loi attaquée violent le principe d'égalité et de non-discrimination en ce que la suppression progressive de la bonification pour diplôme préjudicie aux jeunes fonctionnaires par rapport aux fonctionnaires plus âgés, étant donné que seuls les fonctionnaires qui partent à la retraite avant le 1 janvier 2030 pourront encore bénéficier d'une quelconque bonification pour diplôme.

In het tweede onderdeel van het eerste middel in de zaak nr. 6261 voert de verzoekende partij aan dat de artikelen 2, 3 en 6 van de bestreden wet het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie schenden doordat de geleidelijke afschaffing van de diplomabonificatie de jongere ambtenaren benadeelt ten opzichte van de oudere ambtenaren, aangezien alleen de ambtenaren die vóór 1 januari 2030 op pensioen gaan, nog enige diplomabonificatie kunnen genieten.




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

parties requérantes allèguent notamment ->

Date index: 2025-02-06
w