Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "parties requérantes allèguent également " (Frans → Nederlands) :

Les parties requérantes allèguent également que la disposition attaquée violerait les articles cités en B.13, en ce qu'elle exclut les organisations syndicales agréées du droit de participer aux élections sociales visées par les articles 126/2, 145, § 2, et 146 de la loi du 23 juillet 1926 et, plus précisément, du droit de présenter des candidats.

De verzoekende partijen voeren eveneens aan dat de bestreden bepaling de in B.13 aangehaalde artikelen zou schenden, in zoverre zij de aangenomen vakorganisaties uitsluit van het recht om deel te nemen aan de sociale verkiezingen bedoeld in de artikelen 126/2, 145, § 2, en 146 van de wet van 23 juli 1926, en meer bepaald van het recht om kandidaten voor te dragen.


Les parties requérantes allèguent également que la disposition attaquée violerait les articles cités en B.24, en ce qu'elle exclut les organisations syndicales agréées du droit de participer aux élections sociales visées par les articles 126/2, 145, § 2, et 146 de la loi du 23 juillet 1926 et, plus précisément, du droit de présenter des candidats.

De verzoekende partijen voeren eveneens aan dat de bestreden bepaling de in B.24 aangehaalde artikelen zou schenden, in zoverre zij de aangenomen vakorganisaties uitsluit van het recht om deel te nemen aan de sociale verkiezingen bedoeld in de artikelen 126/2, 145, § 2, en 146 van de wet van 23 juli 1926, en meer bepaald van het recht om kandidaten voor te dragen.


Dans le premier moyen, les parties requérantes allèguent également que le terme « suspects » utilisé dans l'article 44/5, § 1, alinéa 1, 6° et, § 3, 1° et 2°, de la loi sur la fonction de police n'est pas suffisamment clair.

In het eerste middel voeren de verzoekende partijen eveneens aan dat de in artikel 44/5, § 1, eerste lid, 6°, en § 3, 1° en 2°, van de wet op het politieambt gebruikte term « verdachten » onvoldoende duidelijk is.


Dans son mémoire, le Conseil des ministres constate que les parties requérantes allèguent la violation des articles 10, 11, 16 et 23 de la Constitution, lus en combinaison avec l'article 1 du Premier Protocole additionnel à la Convention européenne des droits de l'homme, avec les articles 2, 3 et 9 du Pacte international relatif aux droits économiques, sociaux et culturels, avec l'article 12 de la Charte sociale européenne révisée, avec les articles 17.1, 20, 21 et 23 de la Charte des droits fondamentaux de l'Union européenne et avec l'article 4 de la directive 79/7/CEE du Conseil du 19 décembre 1978 relative à la mise en oeuvre progress ...[+++]

In zijn memorie stelt de Ministerraad vast dat de verzoekende partijen de schending aanvoeren van de artikelen 10, 11, 16 en 23 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Verdrag van de rechten van de mens, met de artikelen 2, 3 en 9 van het Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten, met artikel 12 van het herziene Europees Sociaal Handvest, met de artikelen 17, lid 1, 20, 21 en 23 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie en met artikel 4 van de richtlijn 79/7/EEG van de Raad van 19 december 1978 betreffende de geleidelijke tenuitvoerleggin ...[+++]


Les parties requérantes allèguent notamment que s'il est vrai qu'une norme ne devient obligatoire qu'après sa publication, les citoyens peuvent toutefois déjà puiser des droits dans une norme qui n'a pas encore été publiée.

De verzoekende partijen voeren met name aan dat een norm weliswaar pas verbindend is na de bekendmaking ervan, maar dat burgers reeds rechten kunnen ontlenen aan een nog niet bekendgemaakte norm.


Les parties requérantes allèguent encore la violation, par l'article 137 attaqué, des articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec l'article 5 de la Convention européenne des droits de l'homme, en ce que les personnes qui font l'objet d'une deuxième décision ou d'une décision ultérieure de maintien de la détention préventive ne peuvent former un pourvoi en cassation « immédiat » contre l'arrêt rendu par la chambre des mises en accusation, alors que les personnes qui font l'objet d'une décision visée à l'article 420, alinéa 2, du Code d'instruction criminelle ou d'un arrêt ou jugement ...[+++]

De verzoekende partijen voeren voorts de schending aan door het bestreden artikel 137 van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met artikel 5 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, in zoverre de personen die het voorwerp uitmaken van een tweede of navolgende beslissing tot handhaving van de voorlopige hechtenis geen onmiddellijk cassatieberoep kunnen instellen tegen het arrest van de kamer van inbeschuldigingstelling, terwijl de personen die het voorwerp uitmaken van een beslissing vermeld in artikel 420, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering of die het voorwerp uitmaken van een e ...[+++]


Les parties requérantes allèguent que les articles attaqués violent également l'article 23 de la Constitution, combiné ou non avec les articles 3 et 9 de la Convention d'Aarhus parce que (1) le législateur devrait déterminer lui-même les éléments essentiels de la réglementation et ne pourrait pas déléguer cette tâche au Gouvernement flamand et (2) le législateur décrétal ne pourrait pas faire disparaître les garanties et la protection juridictionnelle existantes ou ne pourrait tout au moins le faire qu'en donnant une justification impérative et sérieuse.

De verzoekende partijen voeren aan dat de bestreden artikelen eveneens artikel 23 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 3 en 9 van het Verdrag van Aarhus, zouden schenden, omdat (1) de decreetgever zelf de essentiële elementen van de regeling zou moeten bepalen en dit niet zou mogen delegeren aan de Vlaamse Regering en (2) de decreetgever de bestaande waarborgen en rechtsbescherming niet zou mogen afbouwen, of minstens slechts mag afbouwen indien hij daarvoor een dwingende en ernstige verantwoording geeft.


Etant donné que les parties requérantes objectent que le législateur décrétal poursuit un but illégitime parce qu'il a choisi « d'adopter, sans examen par hypothèse confié à une instance consultative qualifiée, une fiction (juridique) selon laquelle les éléments à examiner ne soulèvent aucun problème et reçoivent même un ' avis favorable ' », il peut en être déduit que les parties requérantes allèguent qu'une catégorie déterminée de personnes est privée à tort et sans justification raisonnable d'un droit fondament ...[+++]

Aangezien de verzoekende partijen opwerpen dat de decreetgever een ongeoorloofde doelstelling nastreeft, omdat hij ervoor heeft gekozen « om zonder onderzoek, per hypothese toevertrouwd aan de deskundige adviesinstantie, te laten aannemen met een (juridische) fictie dat de te onderzoeken elementen geen probleem opleveren en zelfs een ' gunstig advies ' krijgen », kan daaruit worden afgeleid dat de verzoekende partijen aanvoeren dat aan een welbepaalde categorie van personen ten onrechte en zonder redelijke verantwoording een grondrecht, te weten het recht op de bescherming van een gezond leefmilieu, zou worden ontzegd.


Dans le quatrième moyen, les parties requérantes allèguent entre autres que l'article 44/10, § 2, alinéa 1, 4°, de la loi sur la fonction de police, tel qu'il a été inséré par l'article 19 de la loi attaquée, n'est pas compatible avec les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés avec l'article 6 de la Convention européenne des droits de l'homme et avec les principes de l'égalité des armes et des droits de la défense, en ce que les services de police peuvent utiliser des données provenant des archives de la B.N.G. pour se défendre en justice, alors que la partie adverse ne le peut pas.

In het vierde middel voeren de verzoekende partijen onder meer aan dat artikel 44/10, § 2, eerste lid, 4°, van de wet op het politieambt, zoals ingevoegd bij artikel 19 van de bestreden wet, niet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 6 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens en met de beginselen van de wapengelijkheid en van de rechten van verdediging, doordat de politiediensten gegevens uit de archieven van de A.N.G. kunnen gebruiken om zich in rechte te verdedigen, terwijl de tegenpartij dit niet kan.


Dans le deuxième moyen dans chacune des affaires jointes et dans le troisième moyen dans l'affaire n° 6069, les parties requérantes allèguent la violation des articles 10 et 11 de la Constitution en ce que les dispositions attaquées traitent de manière différente des situations égales et traitent de manière égale des situations différentes, sans qu'existerait pour ce faire une justification objective et raisonnable.

In het tweede middel in elk van de samengevoegde zaken en in het derde middel in de zaak nr. 6069 voeren de verzoekende partijen de schending aan van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, doordat de bestreden bepalingen gelijke situaties verschillend behandelen en verschillende situaties gelijk behandelen, zonder dat daarvoor een objectieve en redelijke verantwoording zou bestaan.




datacenter (12): www.wordscope.be (v4.0.br)

parties requérantes allèguent également ->

Date index: 2021-12-19
w