A l'audience du 17 décembre 1997, la partie requérante a, dans sa plaidoirie, affirmé détenir une autorisation en tant qu'entreprise de gardiennage jusqu'en 1998 et a déclaré que ses associés, par l'application immédiate de la loi, sont tombés dans l'illégalité, étant donné qu'à partir de l'entrée en vigueur de la disposition attaquée, ils ne peuvent plus satisfaire, de manière légale, à leurs obligations contractuelles, souvent de longue durée.
De verzoekende partij heeft ter terechtzitting van 17 december 1997 in haar pleidooi betoogd dat zij een vergunning heeft als bewakingsonderneming tot in 1998 en dat haar vennoten, door de onmiddellijke toepassing van de wet, in de onwettigheid zijn terechtgekomen, aangezien zij met ingang van de datum van inwerkingtreding van de bestreden bepaling niet meer op een wettige wijze kunnen voldoen aan hun vaak langlopende contractuele verplichtingen.