2. Lorsqu'il procède à la notification visée à l'article 18 paragraphe 2, un État membre peut déclarer que l'article 15 de la convention européenne d'extradition et l'article 14 paragraphe 1 du traité Benelux restent applicables, sauf dispositions contraires prévues à l'article 13 de la convention relative à la procédure simplifiée d'extradition entre les États membres de l'Union européenne (1) ou sauf si la personne concernée consent à sa réextradition vers un autre État membre.
2. Elke Lid-Staat kan bij de in artikel 18, lid 2, bedoelde kennisgeving verklaren dat het bepaalde in artikel 15 van het Europees uitleveringsverdrag en in artikel 14, lid 1, van het Benelux-verdrag van toepassing blijft, tenzij in artikel 13 van de Overeenkomst aangaande de verkorte procedure tot uitlevering tussen de Lid-Staten van de Europese Unie (1) anders is bepaald, dan wel indien de betrokkene met zijn verderlevering aan een andere Lid-Staat instemt.