L’époux ou l’épouse d’un travailleur indépendant visé à l’article 2, qui, au cours d’une année détermi
née, n’exerce pas d’activité professionnelle lui ouvrant des droits propres à des prestations dans un régime obligatoire de pension et d’allocations familiales et d’assurance contre la maladie et l’invalidité, au moins égales à celles du statut social des travailleurs indépendants, ni ne bénéficie d’une prestation dans le cadre du régime de la sécurité sociale lui ouvrant
...[+++]de tels droits propres, est présumé, pour cette même année, à l’exception des trimestres au cours desquels l’indépendant aidé n’exerce pas d’activité entraînant l’assujettissement au présent arrêté, être un conjoint aidant et par conséquent être assujetti à cet arrêté en tant qu’aidant au sens de l’article 6.De echtgenoot of echtgenote van een zelfstandige bedoeld in artikel 2, die, in de loop van een bepaal
d jaar, geen beroepsactiviteit uitoefent die voor hem eigen rechten opent op uitkeringen in een verplichte regeling voor pensioenen, kinderbijslagen en ziekte- en invaliditeitsverzekering, die minstens gelijkwaardig zijn aan die van het sociaal statuut der zelfstandigen, noch een uitkering geniet in het raam van de sociale zekerheid die voor hem dergelijke eigen rechten opent, wordt vermoed, voor datzelfde jaar, met uitzondering van de kwartalen tijdens dewelke de geholpen zelfstandige geen activiteit uitoefent die de onderwerping aan dit
...[+++] besluit met zich meebrengt, meewerkende echtgenoot te zijn en bijgevolg onderworpen te zijn aan dit besluit als helper in de zin van artikel 6.