1992, en vertu de laquelle toutes les attributions d'une quote-part de bénéfices ou de profits au conjoint aidant qui, pendant la période imposable, n'exerce pas d'activité professionnelle lui ouvrant des droits propres à des prestations dans un régime obligatoire de pension, d'allocations familiales et d'assurance contre la maladie et l'invalidité, au moins égales à celles du statut social des travailleurs indépendants, ni ne bénéficie d'une prestation dans le cadre du régime de la sécurité sociale lui ouvrant de tels droits propres sont considérées, sur le plan fiscal, comme des « rémunérations des conjoints aidants ».
1992 vervatte regel, naar luid waarvan alle toekenningen van een deel van de winst en de baten aan de meewerkende echtgenoot die tijdens het belastbaar tijdperk geen beroepsactiviteit uitoefent die voor hem rechten opent op uitkeringen in een verplichte regeling voor pensioenen, kinderbijslagen en ziekte- en invaliditeitsverzekering die minstens gelijkwaardig zijn aan die van het sociaal statuut van zelfstandigen, noch een uitkering geniet binnen het raam van de sociale zekerheid die voor hem dergelijke rechten opent, fiscaalrechtelijk als « bezoldigingen van meewerkende echtgenoten » worden beschouwd.