3. D'aucuns affirment que si l'on juge de l'acte mettant intentionnellement fin à la vie (« euthanasie ») à la lumière de la CEDH, on doit prendre en considération non seulement l'article 2 de cette convention, qui implique pour l'État le devoir de protéger la vie, mais aussi l'article 3, qui dispose expressément que nul ne peut être soumis à un traitement inhumain ou dégradant.
3. Sommigen stellen dat wanneer men actief opzettelijk levensbeëindigend handelen (« euthanasie ») beoordeelt in het licht van het EVRM, men dan niet alleen aandacht moet besteden aan artikel 2 van het EVRM dat voor de Staat een plicht inhoudt om het leven te beschermen, maar ook aan artikel 3 dat uitdrukkelijk stelt dat niemand aan een onmenselijke of vernederende behandeling kan worden onderworpen.