Le principe selon lequel le droit à la vie doit être protégé, n'impose pas seulement une obligation négative à l'État, à savoir l'interdiction de priver un individu de la vie (hormis les cas cités expressément aux articles 2 de la CEDH et 6 du PIDCP), mais également une obligation positive, à savoir l'obligation de prendre les mesures nécessaires à la protection de la vie des personnes relevant de sa juridiction (8).
Het beginsel dat het recht op leven beschermd moet worden, legt aan de Staat niet enkel een negatieve verplichting op, namelijk het verbod om een persoon van het leven te beroven (buiten de gevallen die in de artikelen 2 EVRM en 6 IVBPR uitdrukkelijk genoemd worden), maar ook een positieve verplichting, namelijk de verplichting om de nodige maatregelen te nemen ter bescherming van het leven van de personen die onder zijn rechtsmacht ressorteren (8).