Art. 4. Les données à caractère personnel visées à l'article 3, § 1, sont transmises aux autorités chargées du contrôle des personnes aux frontières extérieures, qui les utilisent pour faciliter l'exécution de ces contrôles frontaliers, dans le but de lutter plus efficacement contre l'immigration illégale.
Art. 4. De in artikel 3, § 1, bedoelde persoonsgegevens worden verstrekt aan de met de controle van personen aan de buitengrenzen belaste overheden, die deze gebruiken om de uitvoering van deze grenscontroles te vergemakkelijken, met als doel de illegale immigratie doeltreffender te bestrijden.