On voit ainsi des jeunes filles qui, faute de pouvoir continuer à étudier, tiennent un petit commerce sur le marché, des femmes qui vendent des beignets parce que la banque ne paie plus leur salaire, des paysannes qui pourvoient à l'entretien de leur famille en vendant du bois mort, des écoles qui continuent à fonctionner grâce aux pauvres contributions des parents, etc.
Dat vertaalt zich bijvoorbeeld in meisjes die een handeltje opzetten op de markt omdat ze niet voort kunnen studeren, vrouwen die oliebollen verkopen omdat de bank hun salaris niet meer uitbetaalt, boerinnen die hun gezin in leven houden met de verkoop van sprokkelhout, scholen die blijven functioneren op de schamele bijdragen van de ouders, enz.