Art. 5. Pour tout navire à passagers battant pavillon belge, qui part d'un port situé en dehors de la Communauté, à destination d'un port situé dans la Communauté, la compagnie doit veiller à ce que les données visées à l'article 3, alinéa 1, et à l'article 4, alinéa 1, soient fournies, comme précisé à l'article 3, alinéa 2, et à l'article 4, alinéa 2.
Art. 5. De maatschappij van een onder Belgische vlag varend passagiersschip, dat uit een buiten de Gemeenschap gelegen haven vertrekt met als bestemming een haven binnen de Gemeenschap, dient ervoor te zorgen dat de gegevens overeenkomstig artikel 3, eerste lid, en artikel 4, eerste lid, worden verstrekt zoals bepaald in artikel 3, tweede lid, en artikel 4, tweede lid.