[...] la Cour estime que si les tribunaux grecs ont condamné l'Etat allemand à payer des dommages-intérêts aux requérants, cela n'emporte pas nécessairement obligation pour l'Etat grec de garantir aux requérants le recouvrement de leur créance au travers d'une procédure d'exécution forcée sur le sol grec » (CEDH, décision sur la recevabilité du 12 décembre 2002, Kalogeropoulou e.a. c. Grèce et Allemagne; voy. également CEDH, grande chambre, 21 novembre 2001, Al-Adsani c. Royaume-Uni; 21 novembre 2001, Fogarty c. Royaume-Uni; 21 novembre 2001, McElhinney c. Irlande).
[...] Het Hof [is] van oordeel dat, hoewel de Griekse rechtbanken de Duitse Staat hebben veroordeeld tot het betalen van een schadevergoed
ing aan de verzoekende partijen, zulks voor de Griekse Staat niet noodzakelijkerwijs de verplichting met zich meebrengt om de verzoekende partijen de invordering van hun schuldvordering te waarborgen via een procedure van gedwongen tenuitvoerlegging op het Griekse grondgebied » (EHRM, ontvankelijkheidsbeslissing van 12 december 2002, Kalogeropoulou e.a. t. Griekenland en Duitsland; zie eveneens EHRM, grote kamer, 21 november 2001, Al-Adsani t. Verenigd Koninkrijk; 21 november 2001, Fogarty t. Verenig
...[+++]d Koninkrijk; 21 november 2001, McElhinney t. Ierland).