Les actions destinées à éradiquer la pauvreté devraient être axées sur les pays les plus pauvres et les plus vulnérables, y compris les pays les moins avancés (PMA) et les pays fragiles et en proie aux conflits, où les difficultés devraient persister et s’accentuer en raison de facteurs démographiques et où il demeure essentiel de porter une attention accrue au développement humain. Le partenariat devrait contribuer à améliorer la résilience et à lutter contre l’état de fragilité chronique, en renforçant les synergies entre l’aide vitale et les besoins de développement à long terme.
Acties op het vlak van de uitbanning van armoede moeten worden toegespitst op de armste en de meest kwetsbare landen, met inbegrip van de minst ontwikkelde landen (MOL’s) en kwetsbare en door conflicten getroffen landen, waar de problemen naar verwachting blijven aanhouden en nog verergerd worden door demografische factoren en waar een sterkere nadruk op menselijke ontwikkeling essentieel blijft. Het partnerschap moet bijdragen tot de versterking van de weerbaarheid en de aanpak van chronische kwetsbaarheid, door het vergroten van de synergieën tussen levensreddende bijstand en ontwikkelingsbehoeften op lange termijn.