10. souligne l'importance d'une approche différenciée de l'efficacité de l'aide, qui tienne compte du niveau de développement des pays partenaires (pays les moins développés, États fragiles et pays à revenu intermédiaire) et de leurs besoins spécifiques; estime que cette approche différenciée devrait se fonder sur des indicateurs multidimensionnels du développement, dépassant le PIB, qui tiennent compte de la pauvreté, des inégalités et de la vulnérabilité du pays;
10. onderstreept het belang van een gedifferentieerde aanpak voor doeltreffende hulp, waarbij rekening wordt gehouden met het ontwikkelingsniveau van partnerlanden (minst ontwikkelde landen, kwetsbare landen en landen met een middeninkomen) en hun specifieke behoeften; meent dat deze gedifferentieerde aanpak gebaseerd moet zijn op multidimensionale ontwikkelingsindicatoren die verder gaan dan het bbp, waarbij rekening wordt gehouden met binnenlandse armoede, ongelijkheid en kwetsbaarheid;