35. souligne que les documents relatifs aux accords internationaux, y compris les documents adoptés
par ou soumis à un quelconque organe qui a la charge de mettre en œuvre ou de surveiller l'application de tels accords, devraient être acc
essibles au public, étant donné qu'ils ne sont pas catégoriquement exclus de l'accès du public, et que leur accès ne devrait être refusé que lorsque qu'il existe un préjudice réel aux relations internationales, en tenant compte de l'article 4, paragraphe 4, du règlement (CE) nº 1049/2001 portant sur l
...[+++]a consultation des tiers; souligne qu'étant donné que les accords internationaux ont des effets contraignants, le critère de l'intérêt public devrait être introduit en ce qui concerne cette exception; relève que le Parlement, élu par les citoyens européens, est chargé par les traités de jouer un rôle institutionnel dans la représentation de l'intérêt public; fait part de sa ferme détermination à veiller à ce que les nouvelles compétences institutionnelles qui lui ont été conférées dans le domaine des accords internationaux en vertu du traité de Lisbonne (article 218 du traité FUE) soient pleinement respectées et à ce qu'aucun accord bilatéral avec des pays tiers ne s'y fasse obstacle; 35. beklemtoont dat documenten betreffende internationale overeenkomsten, met inbegrip van documenten die goedgekeurd zijn door of voorgelegd zijn aan organen die tot taak hebben die overeenkomsten ten uitvoer te leggen of op de toepassing ervan toe te zien, voor het publiek toegankelijk moeten worden gemaakt, aangezien zij niet categorisch van openbaarmaking zijn uitgesloten, en benadrukt dat toegang tot dergelijke documenten alleen mag worden geweigerd indien de internationale betrekkingen dreigen te worden geschaad, en met inachtneming van artikel 4, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1049/2001 inzake raadpleging van derden; wijst erop dat internationale overeenkomsten bindende gevolgen hebben en dat de toepassing van uitzonderingen daarom
...[+++] afhankelijk moet worden gesteld van een openbaarbelangtoets; wijst erop dat voor het door de Europese burgers gekozen Europees Parlement krachtens de Verdragen een institutionele rol weggelegd is bij de behartiging van het algemeen belang; is vastbesloten erop toe te zien dat de nieuwe institutionele bevoegdheden op het gebied van internationale overeenkomsten die het Parlement bij het Verdrag van Lissabon (artikel 218 VWEU) heeft gekregen ten volle geëerbiedigd worden en dat bilaterale overeenkomsten met derde landen dat niet mogen doorkruisen;