Art. 9. Le (la) travailleur(euse) qui a, durant son activité, travaillé dans un pays ressortissant des Communautés européennes, doit, si nécessaire, prouver qu'il (elle) a cotisé régulièrement à la sécurité sociale du pays considéré.
Art. 9. De werknemer(ster) die, tijdens zijn (haar) tewerkstelling, gewerkt heeft in een land dat deel uitmaakt van de Europese Gemeenschappen, moet, indien nodig, het bewijs voorleggen van zijn (haar) regelmatige bijdragen voor sociale zekerheid in het betrokken land.