En ce qui concerne l'équivalence des obligations d'indépendance, l'entreprise mère d'une société de gestion ou d'une entreprise d'investissement enregistrée dans un pays tiers devrait pouvoir bénéficier de l'exemption prévue à l'article 12, paragraphes 4 ou 5, de la directive 2004/109/CE, qu'un agrément soit ou non requis par la législation du pays tiers pour que la société de gestion ou l'entreprise d'investissement filiale puisse exercer ses activités de gestion ou de gestion de portefeuille, sous réserve que certaines conditions d'indépendance soient remplies.
Wat de gelijkwaardigheid van onafhankelijkheidsvoorwaarden betreft, moet een moederonderneming van een beheermaatschappij of beleggingsonderneming die haar statutaire zetel in een derde land heeft, voor een vrijstelling ingevolge artikel 12, lid 4 of lid 5, van Richtlijn 2004/109/EG in aanmerking kunnen komen, ongeacht of krachtens de wet van het derde land voor de gecontroleerde beheermaatschappij of beleggingsonderneming een vergunning vereist is om beheeractiviteiten of portefeuillebeheeractiviteiten uit te voeren, mits aan bepaalde onafhankelijkheidsvoorwaarden is voldaan.