La Constitution pouvant être définie comme une norme fondamentale qui règle l'organisation de l'État, fixe les limites de son intervention et définit sa relation avec la population, il est capital que cette « loi fondamentale » (comme on appelait la constitution à l'époque du Royaume-Uni des Pays-Bas) parvienne à concilier les vertus cardinales que sont la stabilité et l'adéquation avec la réalité sociale.
Vermits de Grondwet kan worden omschreven als een basisnorm die de organisatie van de staat, de grenzen van zijn optreden en zijn verhouding met de bevolking bepaalt, is het van groot belang dat deze « fundamentele wet » (zoals de grondwet ten tijde van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden werd genoemd) erin slaagt de hoofddeugden van stabiliteit en overeenstemming met de maatschappelijke werkelijkheid, te verenigen.